2
Mini Máxi
Máxima had eigenlijk Jorge moeten heten. María Pame wist zeker dat ze haar man eindelijk een zoon zou schenken. ‘Kijk dan, ik heb een puntbuik, het is een Jorgito,’ beweerde ze vol vertrouwen. Coqui had drie dochters uit zijn eerste huwelijk, het was de hoogste tijd voor een zoon. Zorreguieta was de jongste niet meer en hij verlangde naar een erfgenaam om de met uitsterven bedreigde familienaam voort te zetten. Dat was zijn plicht als enige zoon van Juan Antonio Zorreguieta Bonorino en Cesina Chechi Stefanini. Op hem rustte de taak om de naam die in 1790 in Argentinië aan land was gekomen veilig te stellen voor de volgende generaties.
Kort nadat Coqui het huis had verlaten waarin hij samen met Marta López Gil en hun dochters woonde, trok hij met zijn nieuwe vriendin in het appartement in de Calle Uriburu. Het liefdesnestje van 120 vierkante meter kwam María Pame voor als een paleis. ‘Zo groot is het anders niet,’ vond Coqui. ‘Binnenkort struikelen we hier over de kinderen.’
In de eerste maanden ontvingen ze weinig bezoek in hun nieuwe huisje. Carmenza had de zusjes Cerruti verboden om die zondige plek te bezoeken en ook de dochters van Zorreguieta konden moeilijk aan de nieuwe situatie wennen.
Een buurvrouw uit Pergamino die als hobby wat aan waarzeggerij deed, had María Pame een tip gegeven die haar gegarandeerd een zoon zou opleveren: tijdens het vrijen moest zij met gestrekte benen boven op haar man liggen, om in de periode daarna een streng dieet te volgen met veel zout en rood vlees. Haar vriendinnen in Buenos Aires verklaarden haar voor gek en giechelden dat ze er hooguit een hoge bloeddruk aan zou overhouden. María Pame deed echter trouw wat de buurvrouw haar had opgedragen. ‘Ik schenk Coqui de zoon waar hij zo naar verlangt,’ verklaarde ze stellig.
María Pame raakte in verwachting toen ze drie maanden samenwoonden. Toen ze dat hoorde, zocht Carmenza weer toenadering tot haar oudste dochter. Ze deed alsof ze boos was, maar eigenlijk was ze dolgelukkig. ‘Als het een meisje is, moeten jullie haar María del Carmen noemen, dat is de traditie,’ zei ze, hoewel er in werkelijkheid helemaal niet zoveel María del Carmens in haar familie voorkomen. María Pame had echter een hekel aan haar naam en gebruikte hem dan ook zelden. Ze wist zo zeker dat ze een jongen zou krijgen dat ze het niet nodig vond om haar moeder uit de droom te helpen en haar te vertellen dat María del Carmen geen optie was.
==
Het zou nog een maand duren voordat de winter zijn intrede deed, maar het was zeldzaam koud in Buenos Aires. María Pame had met haar vriendinnen theegedronken bij tearoom La Biela en was op weg naar huis, toen de eerste weeën zich aandienden. Ze was zo dik aangekleed dat ze in eerste instantie dacht dat ze pijn in haar buik had omdat haar kleren te strak zaten. Ze ging op bed liggen om de druk te verlichten, maar de krampen hielden aan en de nacht leek eindeloos te duren.
De volgende ochtend, op 17 mei 1971, werd ze drijfnat wakker. De vliezen waren gebroken en Coqui was de deur al uit. Op maandagochtend stond hij altijd om zes uur op om rustig op kantoor te ontbijten en de kranten door te nemen, de Clarín en La Nación. Hij las net dat een Hercules C-130 op het punt stond de eerste rechtstreekse vlucht uit te voeren van El Palomar naar de Marambio-basis op de Argentijnse zuidpool, toen hij werd gestoord door het rinkelen van de telefoon. ‘Coqui, kom gauw. Het is begonnen,’ schreeuwde María Pame.
‘Neem maar een taxi naar de kliniek. Ik kom eraan, we zien elkaar daar,’ zei hij, en hij probeerde een rust uit te stralen die hij niet bezat.
María Pame arriveerde in haar eentje bij de Clínica del Sol en vervloekte haar man omdat hij haar niet was komen halen. Zorreguieta verraste de barende vrouw een halfuurtje later. ‘Nu kan hij geboren worden. Sterkte, mijn lief,’ kon hij nog net zeggen voordat ze de verloskamer werd binnengereden. Hij bleef alleen achter in de gang. Het was zijn vierde kind, maar hij was nog even zenuwachtig als dertien jaar geleden, toen María geboren werd, zijn eerste. Hij was niet gewend om te bidden. Toch bad hij. Hij vroeg God om een gezonde zoon. Het duurde lang voordat de klok twaalf uur ’s middags aangaf en de verpleegster naar buiten kwam om hem te vertellen dat zijn dochter was geboren.
‘Kijk, dit is Jorgito,’ glimlachte María Pame toen Coqui amper de drempel over was. Zorreguieta voelde zich schuldig omdat hij zo vurig op een zoon had gehoopt. Hij vroeg God om vergeving voor zijn ondankbaarheid. ‘Blijf altijd goed voor haar zorgen. Moge ze een gelukkige vrouw worden,’ bad hij.
==
Het was een mollige, blonde baby. Haar vader streelde en kuste haar, en telde haar teentjes en haar vingertjes. ‘De dokter zegt dat het een volmaakt kindje is,’ zei zijn vrouw glimlachend, en ze pakte hem bij de hand. Hij bedacht hoe blij zijn dochters met dit kindje zouden zijn, evenals zijn moeder, Chechi.
‘Hoe zullen we haar noemen?’ vroeg María Pame, hoewel ze het antwoord al wist.
‘Als je het goedvindt, wil ik haar graag Máxima noemen, naar mijn grootmoeder.’
Máxima Bonorino González was een van de belangrijkste vrouwen in zijn leven geweest. Het gerucht gaat dat ze de vriendin was van generaal Mitre. Dat ze generaal Roca heeft gekend. Dat ze een vooraanstaande dame was in de aristocratie van Buenos Aires. Zegt men.
María Pame stemde zonder aarzelen toe. ‘Máxima’ had een sterke, voorname klank. Bovendien was het een bijzondere naam; er waren bijna geen Máxima’s in Buenos Aires, zelfs niet in Argentinië. De betekenis van deze naam van Latijnse oorsprong leek haar een goed voorteken: ‘de grootste van allemaal’.
==
Ze kreeg de zonnigste kamer van het appartement. De wieg was nieuw. De lakentjes en dekentjes waren traditiegetrouw van generatie op generatie doorgegeven. Het kostte haar moeite om in slaap te vallen, maar als ze eenmaal sliep, sliep ze urenlang door. Dan werd ze uitgehongerd wakker. Haar komst bracht een revolutie teweeg in beide families. ‘Gordita’ – wat zoiets betekent als ‘dikkerdje’ – zoals haar bijnaam luidde zodra ze ter wereld was gekomen en zoals ze door haar neefjes tot ver in de puberteit werd genoemd, was een topattractie, vooral voor de Cerruti Carricarts. Carmenza was bij haar dochter ingetrokken om haar te helpen. Coqui deed net of hij dat niet prettig vond en mopperde dat ze het beste hielp door zo snel mogelijk terug te keren naar Pergamino. De tantes van moederskant, Tatila, zwanger van Luciana, en María Rita, kwamen elk weekend langs. Tatila naaide lakentjes en kussensloopjes voor haar. Marcela bleek een expert te zijn als het op slapen aankwam en wiegde de baby in slaap als haar moeder wanhopig werd van haar geschrei. Máxima was tevens een leuk speeltje voor Coquis dochters uit zijn eerste huwelijk. Ze huilde nooit als zij haar de fles gaven of haar luiers verschoonden. ‘Wat een lieverdje is het toch,’ riep María Pame trots uit. ‘Ze doet niets dan eten en slapen.’
Zelfs toen al straalde ze het licht en de vreugde uit die haar zo geliefd maken in Nederland. Door haar werd María Pame een beter mens, veel gevoeliger dan daarvoor. Ze kreeg meer begrip voor de nukken en grillen van de dochters van haar man. Ze vond het zelfs een beetje jammer als ze er niet waren. Máxima’s geboorte wettigde de liefde tussen haar ouders. Een jaar voor haar geboorte had Coqui een stap genomen die veel van zijn vrienden nooit zouden durven nemen en die hem heel wat kritiek had opgeleverd: hij zette alles op het spel voor de liefde. Achtendertig jaar later gaf een van zijn oudste dochters toe dat ze achteraf niet begreep wat Coqui en haar moeder, Marta López Gil, ooit bezield had om met elkaar te trouwen. ‘Ze lijken totaal niet op elkaar, en behalve ons, hun dochters, hebben ze niets met elkaar gemeen.’ López Gil was en is een erkende filosofe en docente, en auteur van diverse boeken. Zorreguieta is meer een dandy, een versierder, iemand die houdt van gezelschap en zich liever met zijn contacten bezighoudt dan dat hij zit te lezen. Die verschillen zien we dan ook duidelijk terug in de opleiding van de zeven kinderen Zorreguieta: de drie dochters van Coqui en López Gil bezochten typische middenklassescholen zonder pretentie, zoals de basisschool Cinco Esquinas en de middelbare school El Sagrado Corazón; ze studeerden aan een openbare universiteit. De vier kinderen van Coqui en María Pame Cerruti bezochten de duurste privéscholen en gingen naar een privé-universiteit. Voor hen was een opleiding aan een openbare school zelfs geen optie.
De doop was een manier om haar te verlossen van de zonde waarmee ze volgens het katholieke geloof en de scherpe tong van de roddeltantes uit de wijk Barrio Norte was geboren. Ze was amper drie weken oud toen een priester het wijwater over haar hoofdje druppelde in de Iglesia del Pilar. Ze droeg de doopjurk van haar oom Jorge Cerruti, waarin alle kinderen Cerruti-Carricart gedoopt zijn en die jaren later ook door de kinderen van Máxima gedragen zou worden, al was het maar voor de familiefoto.
Haar oma Carmenza was zielsgelukkig en bedankte haar schoonzoon voor dit gebaar: ‘Ik ben blij dat je de wens van God respecteert.’ Tante Marcela trad op als haar peettante. Zakenman Roberto Favelevic, een goede vriend van Coqui, wierp zich op als peetvader. Deze ex-voorzitter van de Unión Industrial Argentina, die later samen met Zorreguieta deel uitmaakte van de raad van bestuur van de Banco República van Raúl Monretta, was een van de weinige vrienden die Máxima’s vader trouw bleven na zijn pijnlijke scheiding. In 1996 stelde de Amerikaanse Senaat overigens een diepgaand onderzoek in naar deze bank en de directie, die beschuldigd werd van witwaspraktijken.
==
Toen ze vijftien maanden oud was, babbelde het prinsesje al honderduit. ‘Houdt dat kind dan nooit haar mond?’ bromde dokter Cerruti. Haar eerste woordje was ‘papa’, tot Coquis grote trots. Vervolgens leerde ze razendsnel het ene woordje na het andere, waarmee ze iedereen versteld deed staan. Als peuter al maakte ze op de markt of bij de kapper spitsvondige opmerkingen, die voor haar moeder redelijk gênant konden zijn. ‘Wat heeft die mevrouw een kreukeltjes in haar gezicht, hè?’ zei ze bijvoorbeeld. Ze kon hard hollen op haar korte, mollige beentjes, steevast gekleed in wollen kriebeljurkjes. En ze babbelde maar door. Ze vroeg iedereen de oren van het hoofd. ‘Papa, waarom noemen ze jou de sjeik?’
Coqui schoot in de lach. ‘Leg jij haar dat maar uit,’ zei hij tegen zijn vriend Favelevic. ‘Omdat hij altijd omringd is door vrouwen,’ antwoordde haar peetvader.
Die vrouwenwereld zou echter niet lang standhouden. Van de ene dag op de andere werd Máxima lastig. Ze huilde om niets, was dwars en wilde niet alleen gaan slapen in haar kamertje. Op een van die nachten haalde Zorreguieta haar bij hen in bed, iets wat volledig indruiste tegen de opvattingen van zijn vrouw, die vond dat dit psychologisch totaal niet verantwoord was. Zo was María Pame nu eenmaal: ze geloofde heilig in de bakerpraatjes van het platteland, zoals de methode om een zoon te krijgen in plaats van een dochter, en vermengde ze met de laatste nieuwtjes uit het stadsleven. Ook in Buenos Aires begon het in die tijd mode te worden om in therapie te gaan. Maar zelfs bij haar ouders in bed sliep het blonde meisje onrustig. Coqui probeerde haar te troosten, maar Máxima wilde niets van hem weten, en al helemaal niet van haar moeder. Ze liet zich alleen troosten door haar zestienjarige halfzusje María, die op haar paste als Coqui en María Pame ’s avonds uitgingen.
‘Het wordt een verwend nest,’ klaagde haar moeder.
‘Ben je misschien zwanger? Kinderen voelen dat soort dingen aan.’
En zo was het. Máxima wist het eerder dan wie ook, en kwam ertegen in opstand. Zeven maanden later werd Martín geboren, haar eerste broer. Het was zo’n zoet kindje dat je amper merkte dat hij er was. Hoewel hij degene was die de naam Zorreguieta veiligstelde, hield de liefde tussen Coqui en zijn dochter onveranderd stand. Ze was en bleef de spil van het gezin, het lievelingetje van haar vader, haar grootouders en haar ooms en tantes in Pergamino. Mettertijd begon de toekomstige Koningin der Nederlanden die ongelijkheid op te vallen. Ze besefte dat haar broertje lang niet zo verwend werd als zij en voelde zich daar een beetje schuldig over. Daarom nam ze de taak op zich om goed voor Martín te zorgen. Ze kreeg een hechte band met haar broer, en algauw waren ze onafscheidelijk. Tot op de dag van vandaag heeft ze een sterke band met haar broer.
==
Naarmate de kinderen opgroeiden, verliep het leven van het gezin Zorreguieta volgens een vrij ongebruikelijk patroon. Eigenlijk leefden ze in de stijl van de Argentijnse aristocratie, waarbij het er niet zozeer om ging geld te hébben als wel om te doen alsof. De Zorreguieta’s hadden echter nooit tot dat kliekje met adellijke achternamen behoord. Coqui en María Pame moesten zich in allerlei bochten wringen om rond te komen. De kinderen bezochten de duurste scholen van het land; elke winter ging het hele gezin skiën in Bariloche, waar Coqui met bloed, zweet en tranen een klein chalet had gekocht; en in januari vertrokken ze voor de zomervakantie naar Mar del Plata, Miramar of het exclusieve Punta del Este. Ze bezaten een aantal paarden in Pergamino, niet meer dan een stuk of zeven, opdat de kinderen konden leren paardrijden en polospelen, en ze woonden in een wijk in de hoofdstad die indertijd zeer in trek was. Toch waren hun inkomsten niet om over naar huis te schrijven: Coqui bezat een derde deel van het douanekantoor en María Pame had haar baan opgezegd zodra ze wist dat ze zwanger was. Hij bezat geen land dat opbrengsten genereerde en ontving ook geen salaris voor zijn bemiddelingen bij de vakbond, hoewel het hem aanzien en bekendheid verschafte onder de middelgrote en grote landeigenaren. Het was een typisch middenklassegezin, dat voor de buitenwereld deed alsof het tot de aristocratie van Buenos Aires behoorde.
Thuis ging het er daarom uiterst sober aan toe. Ze beschikten over een inwonende dienstbode, onberispelijk gekleed door de firma Leonor, maar ze hadden geen kindermeisje of kokkin, wat in de jaren zeventig de normaalste zaak van de wereld was in de wijk Recoleta. Ze gingen altijd keurig gekleed, maar de kinderen droegen zelfgemaakte kleding van tante Tatila of Marta López Gil, die een verdienstelijk naaister was in haar vrije tijd. Ze bleven een tiental jaren in de oude Fiat 1500 rijden en als ze naar Bariloche gingen profiteerde Coqui van de lange afdaling van het Somuncura-plateau om brandstof te sparen door de auto in z’n vrij te zetten. Máxima nam haar eigen lunchpakketje mee naar school en at in haar eentje onder een boom in de tuin van het Northlands College. Aan het eind van elke maand moest Coqui halsbrekende toeren uithalen om de rekeningen te betalen en de koelkast te vullen. Daarom kreeg hij de naam gierig te zijn. ‘De enige plek waar je als eerste je portefeuille moet trekken is in het Westen, omdat ze je anders vermoorden,’ placht hij te zeggen. Een van zijn neven grapt hierover: ‘Als we met de hele familie in een restaurant gaan eten, moet je Jorge opereren om bij zijn portefeuille te komen.’
Vooral het huis in Villa Catedral bij Bariloche bezorgde hem kopzorgen, want ze maakten er hooguit twintig dagen per jaar gebruik van. Het was een simpel huis, maar het had voortdurend onderhoud nodig. Telkens als de beheerder hem belde omdat hij geld nodig had voor de een of andere reparatie, riep hij voor de grap uit dat het goedkoper zou zijn om het in brand te steken. Dus toen in de kurkdroge zomer van 1999 de grote bosbranden zelfs het dorp bereikten, was Coqui eerder blij dan bezorgd. Hij streek 180.000 peso’s op van de verzekering omdat het huis geheel in vlammen was opgegaan, en nog eens 75.000 dollar voor het lapje grond.
Toen de kinderen groter waren en María Pame zich zekerder begon te voelen, ging ze weer aan het werk. Dat gaf de Zorreguieta’s wat financiële armslag. Dankzij de vele goede contacten van het paar bij allerlei gerenommeerde bedrijven, kostte het haar weinig moeite om een goede baan te vinden op het hoofdkantoor van La Anónima, de toonaangevende supermarktketen in Patagonië. María Freixas, de echtgenote van grootaandeelhouder Federico Braun Seeber, is nog altijd een goede vriendin van María Pame. Braun Seeber is tevens de ontwikkelaar van het luxe resort Los Pingüinos in Campo de Mayo, waar Máxima later, in haar hoedanigheid van prinses, een vakantiehuis voor haar ouders zou kopen.
==
Máxima Zorreguieta begon haar schoolcarrière op vierjarige leeftijd op het Maryland, een exclusieve kleuterschool in Palermo Viejo, die haar ouders voor haar hadden uitgezocht omdat ze graag wilden dat ze later naar het Northlands College zou gaan. Het Maryland bood een gedegen Engelse basis. Daar maakte ze kennis met Valeria Delger, Samantha Deane en Florencia di Cocco. Samen doorliepen ze het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs, en hun vriendschap hield stand, ondanks de komst van een prins en de lange afstanden.
Ze zal haar eerste dag op het Northlands College nooit vergeten. De tocht van de wijk Barrio Norte naar het district Olivos leek eindeloos te duren, alsof ze de stad uit gingen. Ze vroeg zich stilletjes af wat haar te wachten stond. Haar ouders zaten voor in de auto over de school te praten. Ze waren er trots op dat hun dochter het toelatingsexamen Engels en de psychologische test met succes had doorstaan, een absolute vereiste om toegelaten te worden tot het Northlands. Het schoolgeld kostte een klein vermogen – het Northlands is een van de duurste colleges van Argentinië – maar ze vonden het zeer de moeite waard.
Deze school zou bepalend zijn voor haar leven; in een van deze klaslokalen leerde ze elf jaar later het meisje kennen dat haar zou voorstellen aan Willem-Alexander, de kroonprins van Nederland.
Máxima verzamelde zich met haar klasgenoten op het schoolplein. Omdat zij de langste was van allemaal, werd ze op de achterste rij ingedeeld, achter Josefina Meilán Puyelo, die op een dag haar collega zou worden bij de bank. Het werd haar gezegd in het Engels, zoals alles vanaf dat moment tot op de dag van het eindexamen in het Engels zou gaan. ‘Okay, Miss. I am just going,’ antwoordde ze zelfverzekerd, waarbij ze de nadruk legde op haar Britse accent. Ze voelde zich belangrijk, ze vond het heerlijk om bij al die mooie meisjes te horen. Zelfs het uniform beviel haar wel: een Schotse rok met rode en groene ruiten, een witte blouse en een groene V-halstrui. Ze droeg een maillot, want haar moeder had gezegd dat een maillot eleganter was dan kniekousen. Coqui gebaarde dat ze haar rugzakje met Heidi erop moest afdoen. Máxima schudde echter heftig van nee. Haar vader drong niet aan; hij wist best dat zijn dochter de hele zomer had gewacht om ermee te kunnen pronken. Intussen was zij al met iets heel anders bezig; ze probeerde erachter te komen welke van al die juffen op het schoolplein de hare was.
De Argentijnse vlag wapperde aan een blinkende mast. Het was een nieuwe vlag. Sinds hij tweede secretaris van Landbouw was geworden onder Jorge Rafael Videla hadden die vaderlandse formaliteiten meer betekenis voor Coqui gekregen. Daarom keek hij nauwlettend toe of zijn dochter de hymne die hij haar zelf had geleerd wel braaf meezong.
==
Jorge Zorreguieta en María del Carmen Cerruti wilden maar één ding: dat hun dochter als volwaardig lid van de aristocratie uitgenodigd zou worden in de huizen van de hogere stand, waar zijzelf amper via de achterdeur welkom waren. Deze eliteschool garandeerde een goede opleiding, een internationaal erkend diploma, gedegen kennis van de Engelse taal, een uitstekende maatschappelijke positie en een netwerk van contacten. De namenlijst van de schoolvriendinnen leek wel een uittreksel van het geheime Libro Azul van de adel van Buenos Aires: Beccar Varela, Pereyra Iraola, Mitre, Anchorena, Sanjurjo, Blaquier, Cahen D’anvers, Cordero, Estrada, Santamarina, Solanas Pacheco, Estenssoro, Acevedo, Houssay, Hudson. Het Northlands College was onbetwist een van die exclusieve plekken waar de plaatselijke aristocratie zijn kinderen naartoe stuurde.
Het college werd opgericht in 1920 door de Engelse gouvernantes Winifred May Brightman en Mildred Ivy Slater. Miss Brightman was zes jaar daarvoor in Argentinië aangekomen als gouvernante van de familie Haynes. Toen de kinderen naar het buitenland vertrokken om naar kostschool te gaan, adviseerde hun vader, Albert Haynes, haar om een school op te zetten voor de Britse gemeenschap. De gouvernante ging de uitdaging aan, samen met haar vriendin Miss Slater. Ze begonnen met zestien leerlingen (dertien meisjes en drie jongens) een moderne Engelse school: gemengd, intern en seculier. Drie jaar later werden er geen jongens meer toegelaten op het Northlands College, en algauw stond de school internationaal bekend als een van de meest exclusieve meisjesscholen van Zuid-Amerika. De leus van de school staat hoog in het vaandel: ‘Vriendschap en dienstbaarheid’. Het wapen van de school vertoont een Argentijnse hand die een Engelse hand aanneemt in een gebaar van behulpzaamheid en vriendschap, omringd door een Argentijnse korenaar en een takje van een Britse eik.
In 1945 werd Slater ziek en verkocht ze haar aandeel aan Brightman, die tot 1960 in de directie zetelde, met haar doordringende blauwe ogen, haar victoriaanse kledingstijl en haar diepgewortelde overtuiging dat de elite een uitstekende opvoeding diende te genieten. Een leerling uit die goede tijd herinnert zich dat een van de leraressen hun altijd op het hart drukte: ‘Meisjes, jullie worden de echtgenotes van de heersende klasse.’ Dat is in grote lijnen waar. Het college specialiseerde zich in een uitstekende opleiding voor een flink aantal meisjes die later niets anders deden dan huisvrouw en echtgenote zijn.
==
Máxima behoorde op de basisschool niet tot de beste leerlingen, maar ook niet tot de slechtste. Ze had moeite met geschiedenis en aardrijkskunde, maar was goed in wiskunde en een van de besten in Engels. Het was een ijverig en plichtsgetrouw kind, maar wel een kletskous. ‘Ze was aandoenlijk, maar ze hield nooit haar mond. Ze zat altijd te kletsen tijdens de les,’ vertelt een van de leraressen die zich de prinses met genegenheid herinnert. Ze beschrijft haar als een extravert meisje, de leider van haar groepje. En altijd een goede vriendin. ‘Ik weet niet wat de magie is van deze generatie, maar ze hebben een enorm hechte band met elkaar. Na al die jaren zijn ze nog steeds goed bevriend,’ vertelt de trotse lerares, die lesgeeft aan de onderbouw van het Northlands College.
Tot dat hechte clubje boezemvriendinnen behoren behalve Samantha Deane, Florencia di Cocco en Valeria Delger ook Tristana Macció, Carola Gil, Deborah Oppenheimer, Florencia Solanas Pacheco en Fernanda Sanjurjo. Meisjes die – anders dan zij – vrijwel allemaal tot de betere kringen van Buenos Aires behoorden. Máxima geeft als verklaring voor die hechte band het feit dat ze op een meisjesschool zaten: ‘Over jongens konden we geen ruzie krijgen,’ verduidelijkt ze.
Twee spannende gebeurtenissen haalden haar volledig uit haar concentratie: haar aanstaande verjaardag en de komst van de winter. Ze kon haar hoofd met geen mogelijkheid bij de les houden. Het kon haar niet boeien wat Columbus precies had aangetroffen toen hij Amerika ontdekte. Of aan welke landen Argentinië grensde. Het enige wat ze wilde was dat de wintervakantie zo snel mogelijk zou beginnen om naar het huisje in Villa Catedral te gaan. Ze had als klein meisje al leren skiën en was een enthousiaste skiliefhebber geworden, een passie die ze deelde met haar vader.
==
Toen ze negen jaar oud was, stapte ze na de laatste schooldag voordat de julivakantie begon niet zoals gewoonlijk in de schoolbus. Haar ouders stonden met een volgepakte auto voor de poort op haar te wachten, zodat ze meteen weg konden. Ze reden rechtstreeks van de wijk Olivos naar Bariloche. Daar ging ze skiën met Coqui en Pame, of sprak ze af met haar vriendinnen van school. Ze nam ook skilessen bij de Club Universitario Buenos Aires (cuba), die vlak bij hun huis in Villa Catedral een vestiging had. Daar, in het oude herenhuis van de cuba, werd Máxima voor het eerst verliefd: een jongetje uit de skiles bracht haar het hoofd op hol. Ze kon er niet van slapen, het was zijn schuld dat ze onhandig werd op de ski’s en ze bloosde om niets. Op een dag kwam ze naast hem te zitten tijdens de lunch, maar ze kon geen woord uitbrengen. Ze heeft nooit geweten hoe hij heette en ze heeft hem ook nooit meer gezien; het jaar daarop nam het jongetje geen les meer bij de cuba.
Máxima was een sportief kind. Ze vertegenwoordigde het Northlands College op verschillende atletiekwedstrijden en toernooien waaraan diverse privéscholen uit de noordelijke buitenwijken deelnamen. Máxima en haar vriendinnen genoten van die sportieve evenementen, want ze gaven hun de kans om kennis te maken met andere meisjes en vooral jongens van andere scholen. Juist omdat ze op een meisjesschool zaten, smachtten ze ernaar een glimp op te vangen van de atleten van het Newman of het St. Andrews College.
In die periode keek María Pame voor het eerst met gefronste wenkbrauwen toe als haar dochter gewogen werd in apotheek Colón. Máxima was nooit echt dik, maar stevig was ze wel. Vanaf dat moment werd voedsel een probleem in het leven van de latere prinses, want haar moeder liet haar niet meer met rust. Ze zette haar constant op dieet en werd boos op Coqui als hij thuiskwam met cadeautjes voor zijn dochter, Bonafide-repen met karamelvulling en de Engelstalige Sweet Valley-romans, waar Máxima eveneens van smulde.
‘Het is niet grappig dat ze zoveel eet, ik begrijp niet waarom je haar dit aandoet. Je wilt toch niet dat ze dik wordt?’
‘Maak je niet zo druk. Ze is in de groei, het komt vanzelf goed.’
Máxima gebruikte de lunch vrijwel nooit in de kantine van het Northlands. María Pame – of beter gezegd: het dienstmeisje – maakte een lunchpakketje voor haar klaar, dat ze in een trommeltje mee naar school nam. Haar vader drukte haar af en toe stiekem een paar peso’s in de hand om een pakje Jorgito-fruitgum te kopen in het winkeltje van de school.
Toen Máxima tien jaar oud was, werd Juan geboren, haar jongste broer. Ze was zielsgelukkig en iedereen op school moest het horen. Ze kletste er nog meer dan anders op los. In de weken daarna kreeg ze het ene standje na het andere omdat ze haar aandacht niet bij de les kon houden. Het enige wat ze wilde was zo snel mogelijk weg van het Northlands om van haar broertje te genieten. Het dienstmeisje wachtte haar op bij de voordeur van het appartement in de Calle Uriburu. Máxima holde het laatste eindje van de bushalte naar huis, omhelsde haar en gaf haar een kus. Dan stapten ze samen de lift in.
‘Waar is Juancito?
‘Zachtjes, Maxi, hij slaapt.’
Dan wachtte ze met een beker chocolademelk en vanillebiscuitjes voor de televisie tot hij wakker werd. Haar favoriete programma was Het kleine huis op de prairie, en ze vond stiekem dat ze wel een beetje op Laura Ingalls leek.
==
De militaire dictatuur had zijn langste tijd gehad. Bij de Zorreguieta’s thuis werd geen woord over generaals of guerrillastrijders gesproken, en al helemaal niet over desaparecidos, mensen die verdwenen waren. Heel af en toe werd het verboden onderwerp aangeroerd op school. Vier oud-leerlingen van het Northlands College, Estela, Diana, Beatriz en Marina Oesterheld, de dochters van de befaamde stripverhalenschrijver Germán Oesterheld, geestelijk vader van El Eternauta en Ernie Pike en verdwenen in 1976, werden in 1977 ontvoerd. Het kan niet anders of er is heimelijk over deze trieste geschiedenis gesproken, zowel onder docenten als onder de oudere leerlingen.
Het drama van de verdwenen mensen moet ook besproken zijn tijdens een familiebarbecue in Pergamino, want de avond verstreek zonder het gezelschap van Luis Pujals, de zwager van Isidro Ruiz Moreno, een vriend van de Cerruti’s. Máxima was toen nog maar een jong meisje, dat alleen belangstelling had voor elastiekspringen, de Barbie-kleertjes die Coqui altijd voor haar meebracht van zijn reizen en haar dagboek. Dat hield ze trouw elke dag bij. Ze beschreef de jongen op de Yacht Club die ze leuk vond en alleen in het weekend zag, als Coqui haar meenam naar de zeilschool voor haar lessen in een Optimist. Haar oudere neven Charlie en John Macall waren er ook altijd, de zoons van Alina Zorreguieta. Máxima genoot ervan om de kerstdagen bij hen door te brengen in hun huis bij de Boating Club van San Isidro. Haar neef John, die vijftien jaar ouder was dan zij, of anders haar oma Chechi, nam haar mee naar het park om de Kerstman op te wachten. Dan bleef Máxima stokstijf staan, met haar ogen strak op de hemel gericht. Ze was ervan overtuigd dat als ze zich maar heel goed concentreerde, de man met zijn witte baard en rode pak uit de hemel zou afdalen om zijn arrenslee op het dak van het huis van haar tante te parkeren. Pas als ze haar kwamen roepen omdat er cadeautjes onder de boom lagen, rende ze naar binnen.
De feestdagen werden voortgezet in Pergamino. De familie Zorreguieta verzamelde zich op het platteland en reisde in colonne af over de snelweg Ruta 8. Het was een rit van een paar uur, maar ze verveelden zich nooit. Ze zongen of bedachten raadseltjes voor elkaar. Soms hielden ze halverwege het traject een tussenstop voor de lunch in de Parada Robles, bij kilometerpaal 75.
Máxima vond het altijd opnieuw een feest om aan te komen bij het huis van haar familie. Carmenza en Tata, de ooms en tantes, neven en nichten, en zelfs de honden, stonden hen op te wachten bij de poort. Het was de gewoonte om de 31ste door te brengen bij Tatila en Bochín op het platteland in General Urguiza, om daarna de maaltijd te gebruiken bij de Cerruti’s. Ze aten altijd verrukkelijk; een van de luxes die Carmenza zich permitteerde was een kokkin. In Pergamino zag ze haar nichtjes Luciana en Cecilia weer, de dochters van Tatila, evenals de kinderen van María Rita, Alejandro, María, Santiago en Francisco, en van oom Jorge, Carmen, Rodrigo en Rosario. In haar rol van oudste zus en nichtje nam Máxima de leiding over alle spelletjes. Soms speelden ze ‘het gevecht van de titanen’ en stoeiden ze in de tuin, die in de regentijd in een ware modderpoel veranderde. Máxima stond haar mannetje. Of ze speelden dat ze ontdekkingsreizigers waren, en dan mocht ook Angie meedoen, de cockerspaniël van Tatila. Op een dag liet Máxima haar beugel op een tafeltje liggen en kreeg Angie hem te pakken. Máxima was blij, maar María Pame nam haar onmiddellijk mee naar de tandarts voor een nieuwe. Als haar moeder niet zo streng was geweest, zou Nederland het nu zonder die beroemde glimlach moeten doen.
In die gevoelige kinderjaren was Máxima liever in Pergamino, waar ze samen met haar neefjes en nichtjes kon ravotten en naar hartenlust over de uitgestrekte velden kon paardrijden, dan in Punta del Este, Miramar of Mar del Plata, de badplaatsen waar de Zorreguieta’s jarenlang hun zomervakanties doorbrachten. Als het financieel maar even kon, ging Coqui het liefst naar Punta del Este. Als het wat minder goed ging, bleven ze aan de Atlantische kust van Argentinië of vertrokken ze naar Bariloche.
Voor Máxima is Pergamino synoniem met geluk. Men zegt wel eens dat iemands lievelingsplek meestal de plek is waar hij zijn beste kinderjaren heeft doorgebracht. Hoewel ze haar dochters er nog nooit mee naartoe heeft genomen, vertelt ze de prinsesjes de verhalen van het dorp waar ze zo vrij en gelukkig is geweest. In haar herinnering is Pergamino verwant aan de grote gebeurtenissen in de recente geschiedenis van het land. Alsof ze daar was toen in 1982 de Falklandoorlog uitbrak of toen de peronisten en radicalen zich een jaar later in de presidentsverkiezingen stortten. Dat komt misschien doordat er zelden zoveel over politiek werd gesproken als tijdens de barbecues op het platteland.
Buenos Aires is daarentegen verbonden met haar herinneringen aan het herstel van de democratie. Ze vertelt vaak dat ze zich nog goed herinnert hoe hoopvol en feestelijk iedereen in Argentinië gestemd was aan het eind van het jaar 1983. Op de dag waarop Raúl Alfonsín de verkiezingen won, nam haar vader haar mee naar de Plaza de Mayo. Coqui was geen radicaal, maar wel een fervent antiperonist; hij ging uit pure belangstelling naar de feestelijkheden op het plein kijken. De volgende dag waren de leerlingen van het Northlands College vrij. En de week daarop begonnen de eindejaarsexamens. Máxima rondde de onderbouw af met goede cijfers, rechte tanden en op het juiste gewicht. Terwijl de Argentijnen moeizaam hun democratie trachtten op te bouwen, liet Máxima haar kindertijd achter zich.